René Smeets
René (Renier, Josephus, Hendricus) Smeets (Maasbracht, 1905-Eindhoven, 1976), Beeldend kunstenaar (beeldhouwer, keramist, kunstschilder, monumentaal kunstenaar (wandschilder, glazenier, mozaïek-kunstenaar), ontwerper, auteur en docent.
Beheerste veel disciplines. Maakte olieverfschilderijen, tekeningen, aquarellen, houtsneden, wandschilderingen, glas-in-loodramen, reliëfs, mozaïeken, ontwerpen voor batik, gebruiksaardewerk en meubels.
Zoon van onderwijzer Herman Smeets en Bertha Klerckx. Het artistiek gezin telde elf kinderen. Van de acht jongens waren er vijf actief in de kunst, onder wie René, Harrie en Frans.
Na het behalen van het diploma HBS B (1924) in Rolduc volgde René de officiersopleiding in Breda. Volgde avondlessen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam (1926-’29) onder leiding van Richard Roland Holst. Werd in 1930 leerling bij Matthieu Wiegman die hij hielp met wandschilderingen en met wie hij studiereizen maakte naar Corsica en Frankrijk. Nam avondlessen monumentale kunsten aan de Académie des Beaux Arts in Parijs (1931) en de Staatliche Kunstakademie in Düsseldorf (1932). Hij maakte rond 1930 kennis met Charles Eyck en bewoonde enige tijd met Eyck het vroegere atelier van Breitner in Amsterdam. Met Charles Eyck werkte Smeets vanaf 1930 aan de muurschilderingen in de kerk in Terwinselen (thans gemeente Kerkrade). René nam het decoratieve werk voor zijn rekening en werd Eyck’s trouwe helper.
Woonde enige tijd in Ottersum waar hij ook een eigen atelier had. Rond 1940 was hij werkzaam in de Limburgse keramische industrie, de NV Russel-Tiglia, atelier voor sierkeramiek in Tegelen. Van 1942 tot 1955 had hij van dit atelier de artistieke leiding. Trouwde in 1942 met Jo Hurkens in Beers in het land van Cuijk. Het echtpaar kreeg zeven kinderen. In 1950 ging het gezin in Dommelen bij Eindhoven wonen. Begin jaren vijftig was hij ook grondlegger en eerste directeur van de Akademie voor Industriële Vormgeving Eindhoven (AIVE, thans Design Academy) waar broer Frans docent vrije vormgeving was.
Na zijn opleiding in Amsterdam wordt hij glazenier. In de periode 1929-1964 ontwierp hij glas-in-loodramen niet alleen voor kerken maar ook voor scholen en gemeentehuizen, voornamelijk in Limburg en Brabant. Hij werkte aanvankelijk samen Jean Adams en Joan Collette, maar vanaf begin jaren dertig vervaardigde hij zijn ramen zelfstandig. De uitvoering gebeurde door de glasateliers van Frans (?) Heijnen te Swalmen en van Geutjes in Venlo. Een tijdlang werden zijn ramen door broer Frans uitgevoerd. Waarschijnlijk gebeurde dit in het atelier Frans Heijnen, waar Frans Smeets een aantal jaren werkzaam was.
In zijn ontwerpen voor glas-in-loodramen zit weinig ontwikkeling. Wat stijl en werkwijze betreft kan men zijn ramen in twee groepen indelen. In de eerste groep zijn de figuren niet vlakvullend tegen een achtergrond van rechthoekige of onregelmatige licht getinte glasstukken. Voor de figuren wordt veel grisaille gebruikt. Een voorbeeld zijn de ramen in de Johannes de Doperkerk te Nieuwstad. Bij de tweede groep vult de afbeelding het gehele raamvlak en is er een evenwicht tussen loodlijnen en grisaille. Voorbeelden bevinden zich in de Antonius van Paduakerk te Heerlen-Vrank.
Enkele werken:
Raam in Laurentiuskerk te Voerendaal (1931)
Ramen in Antonius van Paduakerk te Sittard-Ophoven (1954)
Wandschildering in O.L. Vrouw van 7 Smartenkerk te Molenhoek (1938)
Wandschildering in O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk te Terwinselen (1930)
Ramen in de Oostelijke Mijnstreek:
Antonius van Paduakerk te Heerlen-Vrank (1930)
Gerardus Majellakerk te Heerlen-Heksenberg (1936)
Abdijkerk Rolduc te Kerkrade-Rolduc (1929) uitvoering
Bronnen:
Carine Hoogveld (red.), Glas in lood in Nederland 1817-1968 (Den Haag, 1989) 332, 333
Angeline van der Donk, ‘De wandschilderingen van René Smeets’ in ‘Een Kerk vol Kunst’ (Molenhoek, 2016) 18-23
https://nl.wikipedia.org/wiki/René Smeets
Chris Theunissen, ‘Parochiekerk O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Terwinselen’ in: Kerkrade Onderweg, deel VIII, 2004, 39-47