Heerlerheide, Corneliuskerk
De kerk
De St. Corneliuskerk is gebouwd in 1909 op een kerkheuvel in het centrum van Heerlerheide (gemeente Heerlen) naar een gezamenlijk ontwerp van Jan Stuyt (1868-1934) en Joseph Cuypers (1861-1949) in een neoromaanse stijl. De bouw werd gegund aan aannemer Jan Ubachs uit Heerlerheide tegen een aannemingssom van 47.264 gulden. Het is een driebeukige, basilicale kruiskerk met een hoofdapsis en kleinere zij-apsiden, met in de westgevel/voorgevel twee hoge vierkante klokkentorens met tentdak. De rechtertoren met een uurwerk uit 1913. De hoofdingang in de voorgevel. De zadeldaken en lessenaarsdaken gedekt met leien. Georiënteerd, opgetrokken in baksteen. Boven op de achtergevel van het koor een angelusklokje van baksteen. In de topgevels van de transeptarmen een klimmend boogfries. Tegen het zuidertransept staat de sacristie.
Opvallend zijn de zwart en witte tegels, ter versiering aangebracht in alle gevels hoog onder de dakgoten. Het typische zwart-wit dambordpatroon gebruikte Stuyt in meerdere gebouwen als zijn beeldmerk.
Het middenschip is van de zijbeuken gescheiden door twee rondboogarcaden bestaande uit vier rondbogen, de viering wordt van de transeptarmen gescheiden door twee hogere rondbogen. Tussen het schip en de viering en tussen de viering en het koor bevinden zich nog hogere rondbogen.
De rondbogen, bestaande uit afwisselend rode baksteen en gele mergelsteen, rusten op rechthoekige kolommen van ruw behakte Kunradersteenblokken.
In de zijbeuken staat per travee een rondboog tussen buitenmuur en kolom. Het koor wordt afgesloten door een halfronde apsis met zeven vensters.
De viering en het koor zijn verhoogd en bereikbaar via vier treden. In de kleine apsis tegen het noordertransept de doopkapel (oorspronkelijk Mariakapel). In het zuidertransept het Corneliusaltaar met Corneliusbeeld
Schip, zijbeuken en transept afgedekt met vlakke houten cassetteplafonds.
In 1987 is de kerk ingrijpend gerenoveerd en heringericht naar ontwerp van Architectengroep Mertens uit Hoensbroek (achterstallig onderhoud en steeds meer lekkages). De renovatie werd begeleid door Jos Hamers, als architect verbonden aan het kantoor van Piet Mertens. Totale kosten ca. 1 miljoen gulden. Diverse herstelwerkzaamheden waarvoor het geld ontbrak konden door de inzet van vele vrijwilligers toch gerealiseerd worden.
Ook herstelwerkzaamheden in 2008-2009 en 2016.

Vóór de kerk een H. Hartbeeld uit 1930 ontworpen door August Hermans en uitgevoerd door Atelier van Bokhoven en Jonkers in Den Bosch. Aan de noordzijde tegen de kerk een oud, ommuurd kerkhof, aan de zuidzijde de pastorie.
Parochie Heerlerheide
In 1839 werd Heerlerheide (toen ruim 1200 inwoners en vallend onder de Pancratiusparochie te Heerlen) door de bisschop van Luik verheven tot een zelfstandige parochie. Het parochiekerkje in 1839 gebouwd door Lambert Jaminé (1800-1871) in neo-classicistische stijl en gewijd aan de H. Cornelius werd al snel een bedevaartskerk ter verering van de H. Cornelius (16 september, hulp bij epilepsie en zenuwziekten). Het lindenhouten staakbeeld van de H. Cornelius stamt uit einde 18de of begin 19de eeuw en is gekocht in 1839.
In de jaren 20 van de 20ste eeuw werd de Corneliuskerk het kerkelijk middelpunt van de Sloveense gemeenschap in de Mijnstreek (devotiekapel ter ere van Maria Pomagaj (Maria Help)).
Door de snelle toename van de bevolking in de nieuwe woonwijken (mijnkoloníeën) die rond de oude kern van het kerkdorp gebouwd werden als gevolg van de expansie van de mijnindustrie (in de gemeente Heerlen vooral van de Oranje Nassaumijnen) was het oude parochiekerkje te klein geworden en in 1909 vervangen door de huidige Corneliuskerk. De nieuwe kerk werd gebouwd op dezelfde plaats als de oude.
Dichtstbijzijnde kolenmijn: de mijn Oranje Nassau III te Heerlerheide, productieperiode 1917-1973.
Rijksmonument nr 512783.
Bronnen:
Kerkgebouwen in Limburg/Heerlerheide
J.H.M. Hoen, Vier dont ut zelf, 150 jaar geschiedenis van een parochie (Heerlerheide, 1989)
Website Meertens Instituut, Bedevaart en Bedevaartplaatsen in Nederland/Heerlerheide, H. Cornelius