Bleijerheide, Antonius van Paduakerk

De kerk

Bleijerheide, Antoniuskerk

De kerk
De H. Antonius van Paduakerk aan de Bleijerheidestraat in Bleijerheide (gemeente Kerkrade) is gebouwd in 1930-’31 naar ontwerp van architect Alphons Boosten (1893-1951) in traditionele stijl met elementen van het expressionisme. Het is een driebeukige kruiskerk met zes traveeën, waarvan de zijbeuken zijn voorzien van topgevels met daarachter dwars op het schip geplaatste zadeldaken. Het koor wordt afgesloten door een vijfzijdige apsis. Het zadeldak van de transeptarmen is lager dan dat van het schip. Zadeldaken van het gebouw gedekt met leien. Georiënteerd. Opgetrokken in baksteen, de plinten van tufsteen. Tegen de noordzijde van de noordelijke zijbeuk aan de voorkant is een klokkentoren met uurwerk en een naaldspits aangebouwd.
Tegen de topgevel van het schip is een hoog portaal met de hoofdingang geplaatst. Voor de ingang een brede toegangstrap met zeven treden. De hoofdingang bevindt zich in een hoge spitsboogvormige omlijsting van siermetselwerk. Aan weerszijden van het hoge portaal nog twee ingangen van de zijbeuken. Aan de apsis aangebouwd de sacristie met de na-oorlogse pastorie.
Schip en transept voorzien van een spitsboogvormig tongewelf, de zijbeuken met dwarsgeplaatste spitse tongewelven. Tussen schip en zijbeuken spitsboogvormige scheibogen. Onder in de toren de doopkapel.
Restauraties in de jaren 80 en eind jaren 90.
De eerste kerk van Alphons Boosten acht jaar na de bouw van de vernieuwende Koepelkerk in Maastricht (1921-’22) en de Johanneskerk in het nabij gelegen Eygelshoven (1921-’22).
De Antoniuskerk is gebouwd in een tamelijk traditionele stijl, waarschijnlijk noodzakelijk om geaccepteerd te worden door de Bisschoppelijke Bouwcommissie. Zijn eerste twee kerken waren voor de conservatieve katholieke clerici te controversieel en niet traditioneel genoeg. Boosten ontwikkelde hierna een individuele en herkenbare stijl, ergens tussen traditionalisme en expressionisme in.
Dichtstbijzijnde kolenmijn: de Domaniale mijn, productieperiode 1815-1969.
Rijksmonument nr 513742
Aan de eredienst onttrokken februari 2023

Geschiedenis
In 1875 vestigden Franciscaanse minderbroeders OFM (Ordo Fratrum Minorum) uit Aken zich in een particuliere woning in Bleijerheide. Twee jaar later in 1877 betrokken ze het Antoniusklooster met kapel gelegen aan de later aangelegde Bleijerheidestraat. De Duitse minderbroeders zochten toevlucht in Bleijerheide vanwege de Kulturkampf in het Pruisische Duitsland van Otto von Bismarck.
In de jaren 70 van de 19de eeuw voerde de overheid van het pas opgerichte Duitse Rijk onder leiding van de protestantse Otto von Bismarck strijd tegen de Katholieke Kerk en werd de autonomie van de Kerk in ernstige mate aangetast. Von Bismarck was bang dat de katholieken een bedreiging zouden kunnen gaan vormen voor het door de protestants-Pruisische elite gedomineerde keizerrijk en zag de katholieken en hun Zentrums-Partei als een gevaar voor de verdere Duitse eenwording o.l.v. Pruisen.
Een van de maatregelen was de verbanning uit Pruisen van de Jezuïeten en later ook van de andere kloosterorden (Klostergesetz, 1875). Veel kloostergemeenschappen zochten hun toevlucht in Nederland, met name in Limburg, waar ze graag welkom waren en zorgden voor een wederopbloei van de Katholieke Kerk. Zeker 45 Duitse kloostergemeenschappen bouwden in Limburg een klooster zoals in Vaals, Simpelveld, Sittard, Echt, Steyl, Ottersum en dus ook in Bleijerheide (Kulturkampfkloosters).
In Bleijerheide zochten tijdens de Kulturkampf twee Duitse Franciscaanse orden hun toevlucht: behalve de hier besproken Minderbroeders OFM waren dat de Franciscaanse broeders CFP (Congregatio Fratrum Pauperum) die zich in 1877 vestigden aan de Pannesheiderstraat waar ze in de loop der jaren het kloostercomplex (klooster met kapel, jongensinternaat en school) St. Maria ter Engelen uitbouwden. Zie verder “Bleijerheide, Kloosterkapel” voor de broeders CFP.
Het Antoniusklooster werd in 1881 al uitgebreid en de kapel vervangen door een kerkje met 150 zitplaatsen.
Toen in 1887 de Kulturkampf in Duitsland ten einde was, bleef het Antoniusklooster toch bestaan voor de Duitse Franciscanen, omdat de kloosters in Duitsland te weinig plaats boden. Bovendien boden de Duitse paters gedurende enkele jaren tot 1915 gastvrijheid aan hun Franse broeders die gevlucht waren voor de vijandigheid van de Franse regering ten opzichte van religieuze orden en congregaties. De inwoners van Bleijerheide spraken van ‘Herr Pater’ en ‘Mon Père’. In 1918 werd het klooster overgenomen door de Nederlandse Broeders OFM en op verzoek van de deken van Kerkrade werden zij verantwoordelijk voor de de zielzorg in Bleijerheide.

Antonius kloosterkerk met links klooster en rechts patronaat, ca. 1916

 

Eerder al was in 1913 vanwege het groeiende aantal inwoners van Bleijerheide door de toestroom van mijnwerkers de kloosterkerk vergroot tot een kerk met 400 zitplaatsen en was de wijk in 1919 officieel verheven tot rectoraat (hulpkerk van de Lambertusparochie). In dezelfde periode gingen de Franciscanen zich steeds meer bezighouden met de maatschappelijke gevolgen van de toenemende mijnindustrialisatie in de Oostelijke Mijnstreek. In dit verband kan pater Cleophas Franken OFM genoemd worden. Hij was aalmoezenier van sociale werken in Kerkrade en naaste medewerker van dr. Poels.
De huidige Antoniuskerk met 850 zitplaatsen werd in 1930-’31 gebouwd. Het rectoraat telde toen ca 7125 parochianen. De oude kerk uit 1913 deed tot de sloop in 1966 nog onder meer dienst als kinderkerk.
In 1946 werd door de Franciscanen in Rolduckerveld (Kerkrade) het Sint-Antonius-Doctorcollege (HBS) opgericht. In 1966 kreeg de school een nieuwe behuizing aan de Mgr. van Gilsstraat en verhuisden de bewoners van het klooster in Bleijerheide naar het nieuwe naast de school gelegen klooster. Het oude klooster en de daarbij behorende kloosterkerk werden gesloopt . Tevens werd toen het rectoraat omgezet in de zelfstandige parochie Antonius van Padua.
De laatste Minderbroeder OFM vertrok in 1980 uit Bleijerheide. In 1992 sloot ook het klooster aan de Mgr. van Gilsstraat zijn deuren, waarmee een einde kwam aan de aanwezigheid van de Franciscaanse Minderbroeders OFM in Kerkrade.

Bronnen:
Website Kerkgebouwen in Limburg/ Bleijerheide
Website www.glasmalerei-ev-web.de van Forschungsstelle Glasmalerei des 20. Jahrhunderts/Limburg, Kerkrade-Bleijerheide
Koos Linders, Bleijerheide-Kerkrade en de franciscanen in: MijnStreek, Historisch magazine voor Parkstad Limburg, jaargang 5 (2020 nr 4) 26-30
KerkradeWiki/Franciscanen
Website Archimon/Bleijerheide (L), the virtual museum of religious architecture in the Netherlands
P. Suitbert van Mil OFM, Bleijerheide en de Franciskanen 100 jaar één (Kerkrade, 1975)
Joh.J. Ros, 125 jaar Broeders Franciscanen, Bleijerheide sept. 1876-sept. 2001.
Edmée Snelder, Henri Jonas, Beglazing St. Antonius van Paduakerk Bleijerheide (1931-1939) in: De illustere Wand, Bonnefantenmuseum,( Maastricht, 1985) 38-43
Monique Dickhaut, ‘Dertig glas-in-loodramen van Henri Jonas voor de Sint Antonius van Paduakerk in Bleijerheide’ in: Kerkrade Onderweg deel X, 2006, 129-142
Frans Q. Hoebens, Kloosters in Limburg, o.a. Duitse kloosters in Limburg van 1870 tot 1918. Stichting Matrijs, 2017

De ramen

De ramen
Geen vensters in het schip (pseudobasiliek), tezamen met de donkergekleurde glas-in-loodramen van Henri Jonas maakt de kerk een donkere indruk.
In de gehele kerk (hoge, smalle) spitsboogvensters, geïnspireerd door de gotiek. Alleen in de doopkapel kleine rechthoekige en vierkante vensters. Alle vensters beglaasd met gebrandschilderde glas-in-loodramen ontworpen door Henri Jonas (1878-1944) en vervaardigd door glasatelier Gerard Mesterom in Bunde. De ramen worden beschouwd als een hoogtepunt in het oeuvre van Jonas.
In de schriftelijke opdracht van het kerkbestuur uit 1931 wordt Jonas uitdrukkelijk verzocht met het standpunt van het kerkbestuur inzake de schildering van de ramen rekening te houden.
In de notulen lezen we: “Het bestuur voelt algemeen weinig voor de moderne schilderkunst. Alle lof hebbende voor de kleurenpracht die de schilder Jonas aan de ramen weet te geven, kan men zich toch slecht bij de moderne uitbeelding van de ramen neerleggen”. Jonas wordt uitdrukkelijk verzocht natuurlijke figuren te willen aanbrengen. (de Illustere Wand pag. 38)
De ramen zijn in twee fasen ontworpen en vervaardigd, met duidelijk verschil in stijl.

De periode 1931-’32.
De ramen in beide zijbeuken en de kooromgang: donker getint glas-in-lood, de heilige afgebeeld met zijn attributen en specifieke voorwerpen vult vrijwel het gehele oppervlak .
De ramen kenmerken zich verder door het rijkelijk toepassen van gewolkt grisaille, geen felle contrasterende kleuren, maar het variëren van een donkere hoofdkleur per thema bijv. bruin voor de armoede en nederigheid van Franciscus, de vrije toepassing van de loodlijnen en een vroeg-middeleeuwse soberheid.
Doordat in de vensteropeningen van de zijbeuken en de apsis beschermende voorzetramen zijn geplaatst, is het glas-in-lood in deze vensters mede door het ruime gebruik van gewolkt grisaille en donker getint glas nog slechts zeer beperkt lichtdoorlatend, waardoor de afbeeldingen in de noorderzijbeuk en met name de apsis moeilijk waarneembaar en door onderbelichting niet goed te fotograferen zijn. Van de eertijds “vurige gloed” is momenteel geen sprake meer. Voor betere opnames zie de website www.glasmalerei-ev.net van Forschungsstelle Glasmalerei.

De periode 1938-’39.
De ramen in het noorder- en zuidertransept, de doopkapel en de voorgevel achter het oksaal/zangtribune: deze zijn lichter van kleur met minder strakke lijnen. Elke transeptarm heeft een groot driedelig raam, bestaande uit drie even hoge, smalle spitsboogramen (ca. 550 x 100cm), met in het midden Franciscus resp Antonius en aan weerszijden hun attributen en symbolen afgebeeld tegen een vrijwel blanke achtergrond; de enorme voorstelling van de gekruisigde Christus in de westgevel is eveneens geplaatst tegen een bijna blanke achtergrond.

 

Positie 8 t/m 12, noorderzijbeuk, donkere ramen door weinig doorvallend daglicht. Mannelijke heiligen, Jezus kindervriend en Joseph. De meeste ramen zijn geschonken door families of verenigingen uit Bleijerheide.
Periode 1931-’32

 

 

Positie 8, Antonius van Padua

Positie 9, Martinus van Tours

 

 

 

 

 

 

 

Positie 10, Lodewijk de heilige, Ludovicus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Positie 11, Jezus Kindervriend, “laat de kinderen tot mij komen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Positie 12, St. Joseph, voedstervader

Positie 20 t/m 25, zuiderzijbeuk, minder donkere ramen door meer doorvallend daglicht. Vrouwelijke heiligen, Maria en Anna te Drieën. De meeste ramen zijn geschonken door families of verenigingen uit Bleijerheide.

Periode 1931-’32

 

Positie 20, O.L. Vrouw, “ave Maria”

 

Positie 21, Anna te Drieën

 

 

 

 

 

 

Positie 22, H. Elisabeth van Thüringen

 

 

 

 

 

 

 

Positie 23, H. Theresia van kindje Jezus/ van Lisieux

 

 

 

 

 

 

 

Positie 24, Bernadette Soubirous aan wie de maagd Maria verschijnt te Lourdes.

 

 

 

 

Positie 25, H. Barbara, patrones van de mijnwerkers. Raam geschonken door RK-Arbeidersvereniging

Positie 14 t/m 18, kooromgang, zeer donkere ramen, voor betere opnames zie: www.glasmalerei-ev.net.

Periode 1931- ’32,

 

Positie 16, in het midden, Christus als Majestas domini, “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” met aan weerszijden Franciscaanse heiligen.

Positie 14,  H. Pascalis

Positie 15, H. Franciscus van Assisi

 

Positie 16, Christus, Majestas Domini

 

 

 

Positie 17, H. Antonius van Padua

 

Positie 18, H. Clara

Positie 13, noordertransept, en positie 19, zuidertransept: een groep van 3 hoge smalle spitsboogramen met in het midden H. Antonius van Padua resp. H. Franciscus van Assisi, en aan weerszijden ramen met attributen en symbolen van de heilige tegen een vrijwel blanke achtergrond.

Periode 1938-’39

 

Positie 13, noordertransept, H. Antonius van Padua

Periode 1938-’39

Positie 19, zuidertransept, H. Franciscus van Assisi

Posities 1 t/m 7, doopkapel
3 kleine vierkante (75x75cm) ramen, 3 kleine smalle (75x25cm) ramen en een groot spitsboogvormig raam

Periode 1938-’39

Positie 1, 2, 3,  H. Drievuldigheid, aan de bovenzijde als tekst de beginregels van het scheppingsverhaal (Genesis 1:1-2): “In principio creavit Deus coelum et terram (positie 1) Terra autem erat inanis et vacua, et tenebrae erant super faciem abyssi (positie 2): et spiritus Dei ferebatur super aquas (positie 3)”.

Positie 1, Christus, de zoon
Positie 2, God,  de vader
Positie 3, Heilige Geest.

 

 

 

 

 

 

Positie 4,5,6, Doop-symbolen
Positie 4, Engel met dopeling in armen

 

 

 

 

 

Positie 5, Doopvont waarin uit twee leeuwekoppen water stroomt
Positie 6, Engel met dopeling in de armen

 

 

 

 

Positie 7, groot raam boven doopkapel, doop van Jezus in de Jordaan,
Voor goede opname zie: www.glasmalerei-eV.net

 

 

 

 

Positie 26, voor/westgevel, een enorm glas-in-loodraam met de gekruisigde Christus tegen een achtergrond van lichtgetinte ruitjes gevat in loodstrips. In de achtergrond 28 kleine “christelijke” figuurtjes. Periode 1938-’39

contact

Wilt u meer informatie, heeft u vragen of heeft u zelf meer informatie? Laat uw gegevens achter en ik neem zo spoedig mogelijk contact op.

Uw gegevens worden niet opgeslagen op deze website maar uitsluitend gebruikt om contact op te nemen.