Anton Bartels
Anton Bartels (Utrecht, 1879-Hoensbroek, 1966) architect, is hoofdzakelijk actief geweest in de Oostelijke Mijnstreek.
Hij begon zijn carrière als architect bij architect Jan Stuyt ( 1868-1934) in Heerlen. Stuyt had vanuit zijn architectenbureau in Amsterdam in 1909 een filiaal in Heerlen aan het Wilhelminaplein geopend. In 1917 verhuisde Jan Stuyt, evenals zijn bureau, vanuit Amsterdam naar Den Haag, waar hij bleef wonen tot zijn overlijden in 1934. Bartels trad in 1912 in dienst als chef de bureau en medewerker van Stuyt. In die hoedanigheid was hij nauw betrokken bij de vele ontwerpen die Stuyt maakte voor woningen en woonwijken in de explosief groeiende Mijnstreek. Onder meer was Bartels betrokken bij het ontwerp voor een stratenplan (1913) voor het dorp Heerlen dat snel zou uitgroeien tot centrum van de Oostelijke Mijnstreek.
Op initiatief van dr. Henri Poels (1868-1948), namens de katholieke kerk aangesteld als aalmoezenier van de Limburgse mijnwerkers, werd in 1911 de Vereniging “Ons Limburg” opgericht. “Ons Limburg” was een centraal dienstverleningsorgaan ten behoeve van de aangesloten woningbouwverenigingen met als zwaartepunt Zuid-Limburg. Poels was de eerste voorzitter.
Op advies van Poels werd Stuyt als bouwkundige aangetrokken door “Ons Limburg” bij het ontwerpen van de honderden nieuwe arbeiderswoningen in de Mijnstreek. In 1916 werd Stuyt benoemd tot huisarchitect van “Ons Limburg”, terwijl zijn architectenbureau in Heerlen werd overgenomen door “Ons Limburg” en voortgezet werd als “Technisch Bureau” van “Ons Limburg”. Het dienstverband van Stuyt duurde tot 1925. Anton Bartels werd door “Ons Limburg” samen met zijn collega-architect F.W. de Rooy benoemd tot directeur van het “Technisch Bureau”.
Bartels begon in 1918 een eigen architectenbureau in een door hemzelf in de stijl van Jan Stuyt ontworpen dubbel woonhuis aan het Tempsplein nr 25 en 26 te Heerlen. Het Tempsplein maakt momenteel deel uit van een rijksbeschermd stadsgezicht. In 1920 nam hij ontslag bij “Ons Limburg”.
Hij bleef actief als architect tot 1956.
Vermeldenswaard is zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de mijnkolonie Lauradorp (thans gemeente Landgraaf). Hij werd in 1927 samen met de architecten Frits Peutz uit Heerlen en Jan Drummen uit Brunssum door Wilhelmus Schweitzer, directeur van mijnbedrijf Laura & Vereniging te Eygelshoven, uitgenodigd deel te nemen aan een “prijsvraag” voor het ontwerp van een grote arbeiderskoloníe in de vorm van een tuindorp. De opdracht ging naar Jan Drummen.
Bartels had eerder al in 1925 in opdracht van Laura & Vereniging in de arbeiderswijk Lauradorp 24 mijnwerkerswoningen gebouwd. Nabij het Steenenkruis aan de Vogelzankweg, Kantstraat en Hekeleweg. Het betrof koopwoningen voor personeel van het mijnbedrijf.
Ook had Bartels een aantal beambtenwoningen aan de St. Janstraat in Eygelshoven (1922) voor het mijnbedrijf gebouwd.
Voor meer informatie over de totstandkoming van Lauradorp: zie het artikel van John Smeets.
Nog enkele gebouwen uit het oeuvre van Anton Bartels:
Twee identieke politiebureaus te Heerlerbaan en Heerlerheide (1921-’22, i.s.m. Jan Stuyt?)
Gemeentehuis van Bocholtz (1923)
Sint Jozefpaviljoen (weeshuis en ziekenhuis) te Gouda (1927, i.s.m. architect Jacobus Dessing)
Klooster met kapel van de Karmelietessen, Putgraaf te Heerlen (1935)
Kerkgebouwen in de Oostelijk Mijnstreek:
de Catharinakerk te Kerkrade-Holz (1927-’28)
de Carmel- of Theresiakapel te Heerlen-Centrum (1936)
Bronnen:
https//nl.wikipedia.org/wiki/Anton Bartels
John Smeets, ” De vormgevers van Lauradorp” in OCGL Jaarboek 2008, pag. 57-96
A. Stevens-Ruiters, “Jan Stuyt (1868-1934) in: Het Land van Herle (1988) nr 3, 61-66